Categorieën

Deel artikel

Winkelmandje

0 items

Wij Accepteren

Talen

Dutch French German English
26351 ... DB AG .. Museumtrein Adler + 3 wagons .. Tp. IV
499.95 €
stock: 1
Beoordeling schrijven

26351 ... DB AG .. Museumtrein Adler + 3 wagons .. Tp. IVmärklin - [M 26351]

Marklin 26351 .....


..... Spoor: H0 Tijdperk: VI



Voorbeeld: Bedrijfswaardige museumtrein van de Deutsche Bahn AG (DB AG) naar de ontwerpen van de Ludwigs-Eisenbahn van 1835. Actuele toestand na wederopbouw naar aanleiding van de museumbrand in 2005.

Model: Locomotief 'Adler' met Digital-decoder in een speciaal format. Adres programmeerbaar. Miniatuur-hoogvermogenmotor met klokanker in de tender. 2 assen aangedreven. Antislipbanden. Voor 2 vrijstaande lantaarns met onderhoudsarme LED's. Wielen met kruisvormig verbonden spaken. Drijfwielen volgens het voorbeeld zonder flens. Vaste koppeling tussen loc en tender. Op de tender speciale koppeling. Gedetailleerde cabine. 3 open reizigersrijtuigen, 3de klas met luifel. Volgens het voorbeeld doorbroken frame. Speciale koppelingen. Lengte van de trein 28,5 cm.

Deze trein vindt u in gelijkstroom uitvoering in het Trix H0-assortiment onder art. nr. 21236.

De historische reizigerstrein 'Adler' verschijnt in 2010 in een eenmalige oplage van 3.333 exemplaren naar aanleiding van het 175-jarig jubileum van de Duitse spoorwegen. Een doorgenummerd certificaat bevestigt de echtheit van deze exclusieve set.

Highlights

  • Actuele toestand na de wederopbouw.
  • Realistische veranderingen in detail aan loc en rijtuigen.
  • In representatieve houten verzamelaarcassette verpakt.

Op 7 december 1835 reed de eerste trein in Duitsland tussen de steden Nürnberg en Fürth. Het als Ludwigs-Eisenbahn beroemd geworden, slechts 7,45 km lange traject had zijn wortels in een reeds enkele jaren eerder ontwikkeld, voor die tijd revolutionair spoorwegproject. Zo werd in november 1833 de „Privilegierte Ludwigs-Eisenbahn-Gesellschaft' opgericht, die uiteindelijk op 19 februari 1834 van de Beierse Koning Ludwig I de concessie voor de bouw van de lijn en het bedrijf kreeg. Voor het bedrijf moesten paarden en stoomrijtuigs ter beschikking staan. Oorspronkelijk moest de stoomrijtuig in Duitsland gebouwd worden, maar een betrouwbare fabrikant was niet te vinden. Daarom verleende men op zeer korte termijn de opdracht voor de eerste Duitse „stoomrijtuig' aan de vader van de stoomloc – George Stephenson in het Engelse Newcastle upon Tyne. Pas in mei 1835 geschiedde de bestelling en na een zeer moeizame reis van bijna acht weken kwam de nieuwe stoomloc op 26 oktober 1835 in Nürnberg aan, echter in meer dan 100 onderdelen gedemonteerd en in 19 grote kisten verpakt. Onder vakkundige instructies van de „meegeleverde' Engelse machinist William Wilson werd de machine direct geassembleerd, die vervolgens naar de adelaar als wapendier van de keizer en de vrije rijksstad benoemd werd. Eenvoudiger was de aanschaf van de rijtuigs. Twee onderstellen waren uit Engeland meegeleverd, de bijbehorende rijtuigbakken en andere zeven reizigersrijtuigen produceerde de inheemse „industrie'. De loc was op een met blik beslagen houten frame opgebouwd. Twee binnenliggende horizontale nattestoomcilinders dreven de aandrijfas aan die zich in het midden bevond. Om krappe boogstralen te kunnen berijden, bezaten de drijfwielen geen flenzen. De wielen bestonden aanvankelijk uit gietijzer (later smeedijzer) en waren met een gesmede wielband omgeven. De gesmede, holle wielspaken bevatten een houten kern om oneffenheden beter af te veren. Met behulp van een spilrem werd er geremd, die alleen op de beide op de rechterzijde van de stoker liggende wielen van de tender werkte. Als brandstof werd in het begin cokes en later steenkool gebruikt. De rond 6,5 ton zware „Adler' hield zich direct uitmuntend. Zijn vermogen lag bij circa 40 pk en zijn snelheid bedroeg alleen rijdend 65 km/h. Maximaal twaalf rijtuigs kon hij trekken. Na 22 succesvolle bedrijfsjaren trof de buitendienststelling hem in 1857 onverhoeds en spoedig daarna de verwerking tot schroot. Rond het 100-jarig jubileum van de spoorwegen in Duitsland in 1935 liet de DRG vanaf 1933 in de werkplaats Kaiserslautern een in hoge mate origineel getrouwe kopie met de bijbehorende rijtuigs vervaardigen. Behalve afwijkende technische data onderscheidde de nabouw zich van het origineel vooral vanwege veiligheidstechnische redenen dikkere ketelwanden, extra dwarsverstijvingen en spaakwielen van staal. Zo representeerde de stomende „Adler'-kopie zich bij het eeuwfeest, 25 jaar later bij het 125-jarig jubileum en na hernieuwde inbedrijfname rond het 150-jarig jubileum de eerste spoorwegjaren in Duitsland. Bij een brand in het museumdepot in Nürnberg-Gostenhof op 17 oktober 2005 werd o.a. de op dat moment rijwaardige nabouw van de Adler zwaar beschadigd. Het DB-bestuur besloot echter hem weer te laten herstellen. Niet minder dan 80 procent van de originele onderdelen van 1935 konden bij de wederopbouw opnieuw gebruikt worden. De nieuwe 'Adler' werd daarbij zelfs in detail getrouwer dan de uitgebrande. Zo geschiedde de reconstructie van schoorsteen niet in de afwijkende vorm van de nabouw van 1935, maar in de oorspronkelijke vorm. Alleen de beide verbrande, overwegend uit hout bestaande rijtuigs moesten bijna compleet nieuw opgebouwd worden. Sinds 23 november 2007 bevinden de nieuwe „oude' Adler en een oude (1935) en twee nieuwe (2007) reizigersrijtuigen zich weer in een locloods bij het DB-museum in Nürnberg.